“Ben je op kantoor?” vraagt Maarten via Slack. “Nee, ik werk thuis,” antwoord ik.
“Kun je deze documenten printen, ondertekenen en inscannen?” Enkele ogenblikken later ontvang ik tien PDF-bestanden. “Moet dit echt met een natte handtekening?” vraag ik, hopend op een digitale optie.
“Ja, hier mag je een echte krabbel onder zetten. De Oostenrijkse bank is strikt,” klinkt het. “En dat is voor één bank?” vraag ik verbaasd. “Ja, en het zal voor de andere drie landen niet anders zijn.”
Dit is slechts een voorbeeld van de administratieve rompslomp die komt kijken bij het internationaal uitbreiden van een bedrijf. Als je mensen vraagt waarom Europa weinig grote techbedrijven kent, krijg je vaak te horen dat het ligt aan kapitaal, investeringen of de ondernemingscultuur. Hoewel dit zeker factoren zijn, zie ik twee onderbelichte redenen: de eerste is de administratieve last en de tweede is het chronische gebrek aan PR-kansen.
Voys wordt dit jaar actief in vier nieuwe Europese landen. De tijd die ik kwijt ben aan administratie is inmiddels verviervoudigd. ‘Even’ naar België voor een handtekening. Heen en weer naar de notaris in Breda voor documenten die ook geldig moeten zijn in Spanje en Portugal. A4-dozen vol – ja, die waar het printerpapier normaal in zit – met officieel vertaalde documenten – ja, daarom duurde dit weer twee weken langer – tekenen bij de Groningse notaris. Het hoort er allemaal bij.
De bureaucratie in Europa is een ware hindernisbaan voor ondernemers. Of het nu gaat om het oprichten van een bedrijf, het verkrijgen van telecomlicenties of simpelweg het openen van een bankrekening: elk land hanteert zijn eigen procedures. Zelfs banken en operators die in meerdere landen actief zijn, behandelen elke nationale vestiging als een afzonderlijke entiteit. Hierdoor ontstaat een wirwar van regels, documentatie en verplichtingen. O ja, en om het echt leuk te maken: kan het per regio binnen het land ook nog verschillen. Ik zwaai even naar Spanje hier.
En zodra je dat allemaal hebt geregeld, begint het volgende hoofdpijndossier: belastingwetgeving en andere administratieve verplichtingen die per land verschillen. Alsof dat nog niet genoeg is, houden landen er stiekem ook een vorm van protectionisme op na, wat het toetreden van nieuwe spelers extra lastig maakt. Let op: dit is ook meteen je grote concurrentievoordeel als je wél gaat internationaliseren.
Dan is er een tweede probleem dat nog meer onderschat wordt dan de administratieve last: PR! Alle invloedrijke techmedia, zoals TechCrunch, The Verge en Wired, zijn gevestigd in de Verenigde Staten. Deze platforms bepalen in grote mate de publieke perceptie van techbedrijven en richten hun aandacht voornamelijk op Amerikaanse startups en innovaties. Ook Nederlandse en Europese techmedia volgen vaak het Amerikaanse nieuws.
Zelfs op Nederlandse platforms als Tweakers en het door Nederlanders opgerichte The Next Web kom je weinig artikelen tegen over Europese start-ups. De focus ligt vooral op Amerikaanse bedrijven, waardoor Europese innovaties onterecht minder aandacht krijgen. Waar ik een oproep aan journalisten zou kunnen doen om wat meer naar eigen land en Europa te kijken, is het vooral goed om te bekijken wat je zelf kunt doen.
Er zijn wel degelijk mogelijkheden om dit te doorbreken. Eerst ga ik naar een oplossing voor het PR-probleem, daarna kom ik terug op de administratieve last.
Platforms zoals Sifted, VentureBeat Europe, Business Insider Europe en Tech.eu bieden een Europese focus. Heb je een interessant artikel, baanbrekende inzichten of innovatieve ideeën? Schrijf deze platforms dan aan en bouw je PR-bereik binnen Europa uit! En zoek je naar wat er speelt in Europa, dan vind je dat op deze platforms.
Ik maak te vaak mee dat ik bij een Nederlands bedrijf aanklop dat Europees actief is, maar toch wordt geforceerd om een contract te sluiten bij en contact te hebben met hun lokale vestigingen. Of ik het nu heb over telecomoperators, banken of accountancykantoren. Ook wordt hier vaak de lokale taal geforceerd, waardoor ik de oprichtingsaktes uit 2010 moet laten vertalen in het Spaans door een vertaalbureau. Waar een accountancykantoor niet snel een digitaal bedrijf genoemd wordt, zijn telecomoperators en banken gewoon techbedrijven.
En er zijn genoeg techbedrijven die zich richten op de zakelijke markt, waarbij ik me gewoon online kan aanmelden om hun diensten af te nemen, zonder daarbij iets te hoeven vertalen. Weet je welke bedrijven dat zijn? Dat zijn die grote Amerikaanse techbedrijven. Het maakt Google, Microsoft en Slack echt niet uit of mijn collega’s in Nederland, België of Spanje zitten. En het maakt ze ook niet uit vanuit welk land ik het contract met ze sluit.
Wil jij je internationale klanten als bedrijf echt goed bedienen, zorg dan voor die ene enkele voordeur, waardoor je Nederlandse én internationale klanten eenvoudig naar binnen kunnen. En zet je techniek en processen zo neer dat internationalisering eenvoudig is. Want internationaal beschikbaar zijn begint bij het aanbieden van je informatie in de lokale taal.
Ik kan je daarbij nog wel nog een tip geven. Ik ken een goede Europese communicatieprovider. Die levert telefoonnummers en communicatieoplossingen in meer dan 50 landen en is gewoon gevestigd in Nederland. Aan het einde van het jaar hebben ze officiële vestigingen in maar liefst zeven Europese landen én Zuid-Afrika. En als deze oprichter zijn printer aan de praat krijgt, hebben ze zelfs een bankrekening in Oostenrijk.
Wil je Marks verhalen elke maand in je mailbox ontvangen? Meld je dan aan voor zijn nieuwsbrief.
In de afgelopen jaren hebben we veel geschreven over ondernemen, zelfsturend werken, de handigste tools en nog veel meer. Dus leef je uit!
Ga naar het blogoverzicht