Nederland is in theorie een ideaal startupland. We zijn creatief, zitten dicht op elkaar en we adopteren technologie snel. We hebben een enorme penetratie van smartphones, breedbandinternet en snel mobiel internet en het algemene opleidingsniveau is hoog. Een geweldige bak ingrediënten, maar waarom zijn wij dan geen Silicon Valley?
In mijn optiek zijn er vier redenen voor:
1. We hebben geen ecosysteem.
2. We missen de wereldse mindset.
3. We hebben geen markt.
4. De politiek kiest niet.
Ecosystemen worden vaak bij toeval geboren en komen verrassend vaak uit politieke beslissingen voort. In Groningen nam een burgemeester ooit de beslissing dat een Groningse kroeg alleen 24/7 open mag als er live-muziek werd gespeeld. Dus trokken alle bands naar Groningen, want de kroegen zouden daar altijd open zijn en zo waren er voortdurend kansen om je talent te laten zien. 30 jaar later is Eurosonic/Noorderslag hét Europese podium om nieuw muziektalent te ontdekken en is Groningen de Popstad van Nederland. Er is een ecosysteem. De politiek vindt het gaaf, de kroegen doen mee, er is een goed conservatorium, poppodia vinden elkaar en muziekliefhebbers weten waar ze moeten zijn. Een paar die-hards met liefde, passie en ondernemerschap en het ecosysteem is een feit.
Zo ontstond Silicon Valley ook. De Amerikaanse academicus Fred Terman zag in dat overheidsinvesteringen zouden leiden tot het winnen van de Tweede Wereldoorlog. Hij gebruikte dit om de juiste R&D-faciliteiten bij de Universiteit van Stanford drie keer zo groot te maken. Hij spoorde studenten als Hewlett en Packard aan om nieuwe bedrijven te starten. Dat zorgde voor een cluster van techbedrijven rondom chipontwikkeling en deze techbedrijven evolueerden mee met de technologie. Daarin ontstond een ideaal klimaat voor tech-startups.
Dat ecosysteem is heel divers: advocaten, marketeers, salesspecialisten, financiers, coaches, incubators en heel veel succesvolle voorbeelden; zowel bedrijven als ondernemers. Dat ecosysteem trekt talent aan uit de hele wereld. Uit de succesvolle startups ontstaan vervolgens heel veel nieuwe startups. De oud-medewerkers hebben geoefend, gezien hoe het moet en hebben vaak ook een som (start)kapitaal overgehouden aan het avontuur.
Het beste voorbeeld daarbij is de PayPal Mafia. Deze groep voormalig PayPal-medewerkers startten na hun PayPal-carrière allemaal nieuwe bedrijven. Tesla Motors, LinkedIn, Palantir Technologies, SpaceX, YouTube, Yelp en Yammer zijn een aantal van de voorbeelden. Daarnaast zie je dat veel ondernemers die hun bedrijf verkopen de nieuwe generatie investeerders en coaches worden en daarmee bijdragen aan het ecosysteem.
De bovenstaande ontwikkeling kennen we hier nog niet, net als dat we de mindset en/of markt missen. Als ik een bedrijf start in Nederland en ik de Nederlandse markt wil veroveren, dan gaat het over een markt met 17 miljoen inwoners. Als ik in Amerika de markt wil veroveren, dan is die pakweg twintigmaal groter en daarom denk ik ook twintigmaal groter. Als de omgeving – een Silicon Valley – vervolgens denkt in wereldmarkten – en die markten ook je taal spreken en je collega’s uit de hele wereld komen – dan krijg je de juiste mindset om die wereld te bedienen.
Het is dan ook niet vreemd dat veel Nederlandse tech-startups naar Amerika vertrekken. Gitlab, Elastic en HackerOne zijn daar voorbeelden van, die overigens allemaal een sterke Nederlandse achterban houden. Het is nou eenmaal eenvoudiger om je doelgroep te bedienen vanuit de plek waar alle kennis, kunde, mindset en markt zit. Toch bewijst de snelstgroeiende startup van Europa dat dit niet hoeft; Catawiki zit nog steeds gewoon in Assen.
Ik zie in Nederland echter wel een kentering. Startup Delta heeft in binnen- en buitenland veel aandacht gegenereerd voor de startup. Ze heeft ook het ecosysteem versterkt. Dit zit nog erg in de kennis- en onderwijsinstellingenhoek en verbindingen zijn nog summier, maar het totaal wordt steeds beter. Het zijn losse initiatieven als Startup Bootcamp – met oprichters met een globale mindset en kennis van coaching – die de potentie hebben om een nieuwe generatie start-ups te faciliteren. Het is een Hanzehogeschool die al haar 26.000 studenten in aanraking laat komen met het eigen ondernemerschap, wat noodzakelijk is voordat je überhaupt gaat denken over een startup. Of concepten als NLGroeit, die grow-ups koppelen aan de mentoren en coaches – CEO’s van grote corporates – om ze te helpen bij het zetten van de volgende stap. Want internationaal opereren kunnen we wel! Kijk maar naar Heineken, TomTom, Friesland Campina en Philips.
Ik zie de kentering echter vooral bij de nieuwe generatie oprichters. De problemen die men aan durft te pakken zijn steeds groter en de ambitie is daarbij steeds meer het hebben van een globale impact. Het is ook niet meer een ‘appje zus’ of ‘webplatform zo’, het gaat verder. De nieuwe generatie – bijvoorbeeld Boyan Slat van Ocean Cleanup, of Wienke Giezeman van The Things Network – ziet Nederland als een ideaal experimenteerhoekje om daarna groot op te schalen.
Zelfs politiek durven we heel soms grote keuzes te maken, zoals ‘alleen nog duurzame auto’s in 2025’. Het zijn die beslissingen die een Stella Lux gezinsauto op zonne-energie van de Universiteit Eindhoven kunnen pushen naar een globale standaard. Het zijn dat soort keuzes die een land of regio ‘Silicon Valley’-status kunnen laten hebben.
Zo is de wereldwijde koppositie die we hebben op watermanagement ontstaan. De IJsselmeerpolders, Deltawerken en Afsluitdijk hebben gezorgd voor deze reputatie. Op Ameland is men volop aan het experimenteren om het eiland in 2020 klimaatneutraal te hebben. Waarom kiezen we er niet voor om Nederland klimaatneutraal te maken in 2025?
Op dit moment is er ook in de politiek veel aandacht voor de startup. Als we de startup echter daadwerkelijk belangrijk vinden dan wordt het tijd dat die politiek meer dappere visionaire keuzes gaat maken.
In de afgelopen jaren hebben we veel geschreven over ondernemen, zelfsturend werken, de handigste tools en nog veel meer. Dus leef je uit!
Ga naar het blogoverzichtVan 4 november 2024