Er is een gevecht gaande op het internet: tussen internetproviders en de mensen en bedrijven die het internet open en neutraal willen houden. Internetondernemer Mark Vletter maakt zich er boos over: “De grote operators hebben een monopoliepositie met hun 4G- en 5G-licenties, en misbruiken die nu om netneutraliteit te verzwakken.”
Internetproviders zijn de afgelopen jaren steeds meer ‘utility bedrijven’ geworden. Ze voorzien in een basisbehoefte – water, of internet – en dat moet van goede kwaliteit zijn. Meer verwachten we niet van deze bedrijven; de toegevoegde waarde van hun diensten wordt door anderen geleverd. Tekstberichten en foto’s sturen we tegenwoordig via WhatsApp en Telegram, en bellen over internet is eenvoudig geworden met Skype en WhatsApp.
Het laatste wapenfeit in de internetoorlog is een zet van onder andere KPN, Vodafone en T-Mobile. Zij ondertekenden een manifest waarin ze Europa beloven de nieuwe generatie mobiel internet (5G) sneller uit te rollen. De belofte komt met een prijs: de providers willen dat netneutraliteit verzwakt wordt.
Nederland was na Chili het eerste land ter wereld waar netneutraliteit bij wet is vastgelegd. Netneutraliteit betekent sec dat het internet neutraal is, ofwel dat al het verkeer op het internet gelijk is en niemand voorrang, vertraging of een blokkade krijgt.
In de praktijk betekent dit dat internetaanbieders als Ziggo, KPN en Vodafone geen internetdiensten mogen blokkeren voor hun klanten. Ook mogen ze bepaalde soorten internetverkeer geen voorrang geven of bijvoorbeeld diensten als Netflix of YouTube vertragen.
Minder strikte netneutraliteit betekent dat een internetprovider partijen als Netflix of YouTube kan laten betalen om voorrang te krijgen online. Daarmee krijg je ongelijkheid op het internet. Een vrij, open en neutraal internet zorgt echter voor innovatie: het geeft nieuwe spelers hetzelfde speelveld als kapitaalkrachtige bestaande spelers. Op een neutraal internet bepaal jij zelf als consument wat je wilt doen, in plaats van dat de internetprovider dat voor je doet. Met die wetenschap kiest iedereen – behalve je internetprovider – voor strenge netneutraliteitsregels.
Dat open innovatie werkt, bewijst The Things Network (TTN). Zij kondigden in 2015 een nieuw, goedkoop en open internet aan voor het Internet of Things. KPN wil met een gelijksoortig netwerk echter een miljardenbusinesscase bouwen. KPN is na de aankondiging van TTN versneld begonnen met de uitrol van dit IoT-netwerk. Het resultaat is dat Nederland het eerste land ter wereld is met een landelijk dekkend netwerk voor deze nieuwe generatie internet. Nederland is daarmee dé proeftuin geworden voor bedrijven en start-ups die aan de slag willen met het internet der dingen. Iets wat een prachtig exportproduct kan worden van de BV Nederland.
Deze open innovatie is niet mogelijk op het 5G netwerk. Minister Kamp verkocht de 4G/5G licenties voor miljarden aan de grote operators. Hiermee hebben deze partijen tot 2030 een monopolie, die ze nu misbruiken. Ik ga ervan uit dat Europa zich niet voor dit karretje laat spannen en dat het vrije, open internet wint. Medestrijders zijn een petitie gestart.
In de afgelopen jaren hebben we veel geschreven over ondernemen, zelfsturend werken, de handigste tools en nog veel meer. Dus leef je uit!
Ga naar het blogoverzichtVan 29 november 2017