E-book: Starten met zelfsturing

De zelf in zelfsturing

Inhoudsopgave

De zelf in zelfsturing

Dit boek gaat over zelfsturende organisaties. Je kunt daarbij kijken naar de organisatie en de bouwblokken die daarbij horen, maar het meest belangrijke bouwblok in het geheel is de ‘zelf’, dat ben jij.

Je staat niet in de file, je bent de file
Je werkt niet in een organisatie, je bent de organisatie

Om die ‘zelf’ echt de ruimte te geven, moet je jezelf kennen. Ik was 34 toen ik voor het eerst een serieuze zelftest deed. Dat had ik minstens 20 jaar eerder moeten doen – en misschien zelfs nog eerder. Want, hoe fijn is het om bij het inrichten van je (werkende of studerende) leven te weten wie je bent?

Wat zijn je strengths?

Als we kijken naar onze strengths, dan kijken we vaak naar de dingen waar we goed in zijn. Maar ergens goed in zijn, is relatief. Het is afhankelijk van de omgeving, van aangeleerd gedrag en aangeleerde kennis.

Je strengths zijn niet per se die dingen waar je goed in bent. Je werkelijke strengths zitten daar waar je energie van krijgt als je het doet, in plaats van dat het energie kost. Het gaat om de flow die je ervaart. Die flow ontstaat als drie zaken samenkomen: je strengths, je waardesysteem en je interessegebieden. Allemaal zaken die in dit stuk aan bod komen.

Hoe achterhaal je je strengths?

Er bestaan een hoop persoonlijkheidstesten waarmee je kunt achterhalen welke strengths je bezit. Van de Big Five, tot de DISC-test en de Gallup StrengthsFinder. Ik heb ze allemaal gedaan en ik heb veruit het meest gehad aan de Gallup StrengthsFinder. De StrengthsFinder geeft je een top vijf van de zaken waar je uitzonderlijk goed in bent. Andere mensen halen wellicht meer inzichten uit andere tests, en dat is oke. Het gaat erom wat je met de uitkomst doet.

Nadat ik de test had gedaan ben ik gaan kijken welke rollen op het werk nu echt in lijn waren met de strength die uit de test kwam, en daarop ben ik mijn werk gaan inrichten. Het resultaat? Ik werd beter in mijn werk, maar ook beter in ‘nee’ zeggen. Kwam er namelijk een verzoek op me af dat niet paste bij mijn strength? Dan was het antwoord automatisch ‘nee’.

Het doen van de dingen die bij me passen én het niet meer doen van de dingen die me van nature meer energie kosten, maakt me effectiever en geeft me veel meer plezier in mijn werk.

Train de juiste dingen

Het afstemmen van mijn werk op mijn strength betekende vooral: stoppen met de dingen waar ik geen energie van kreeg. Dat is nou net dé plek waar het in veel organisaties fout gaat.

Stel je voor: aan het eind van het jaar heb je je beoordelingsgesprek. Daarin hoor je: “X heb je geweldig gedaan, en Y ook. Maar Z ging wat minder, daarvoor sturen we je op cursus.” Herkenbaar? Ik denk het wel, het gebeurt veel en vaak bij allerlei organisaties.

Maar zeg eens eerlijk: hoe groot acht je de kans dat je beter wordt in iets, waar je geen energie van krijgt, na het volgen van een (gedwongen) training?

Kijk nu wat er gebeurt als we het omdraaien. “We merken dat je geen energie krijgt van de verkoopgesprekken, dus die hoef je niet meer te doen. In service en advies ben je juist heel sterk, en daar krijg je energie van. Zou je die vaardigheden verder willen trainen?”

Dit is de enige goede manier om het maximale uit mensen te halen. Het ontwikkelen van dingen waar iemand van nature al goed in is, haalt veel meer focus en energie uit de mensen waarmee je mag samenwerken. Bedenk maar eens hoeveel meer plezier dit op de werkvloer brengt.

Betekent dit dan dat je nooit meer aan je minder sterke kanten hoeft te werken? Nee, helaas. Zelf houd ik letterlijk een lijstje bij van dingen waar ik weinig verbetering in verwacht van mezelf. Ook heb ik een lijstje van onderwerpen waarin ik (van mezelf) moet en kan groeien, dingen die me een rijker mens maken.

Flow

Ik ervaar de meeste flow op het moment dat ik mijn interessegebieden met mijn strength kan combineren. Vaak zet je dan meerdere strengths tegelijkertijd in.

Ikigai is een term die je veel terug ziet komen als mensen praten over flow. Ikigai zit op het snijvlak van de antwoorden op de volgende vragen:

  • ‘Dit is waar ik van houd’
  • ‘Dit is waar ik goed in ben’
  • ‘Dit is wat de wereld nodig heeft’ en
  • ‘Hier word ik voor betaald’

Het raamwerk van Ikigai was voor mij echter niet voldoende. Een strength gaat dieper dan \waar ik goed in ben\. Ook ervaar ik flow bij een hoop zaken waar ik niet voor word betaald, maar wel van houd. Verder merk ik dat een hoop zaken waarbij ik flow ervaar, verbonden zijn met mijn waardesysteem: hier wordt mijn ‘waarom’ of purpose gevormd.

Ik focus me daarom, als ik praat over flow, liever op de combinatie van interessegebieden, strengths en mijn waardesysteem, dan op Ikigai.

Het achterhalen van je waardesysteem

Om te bepalen wat voor jou belangrijk is, is het goed om je waardesysteem te ontdekken. Voor jezelf achterhalen wat je waarden zijn, kan een lastige klus zijn. Al snel loop je tegen de vraag aan: wat is er van jezelf en wat komt er uit je opvoeding?

Eén van de meest eenvoudige manieren om je waarden te achterhalen, is door te kijken naar emotionele triggers. Als je ergens een heftige emotie bij hebt, betekent dit dat het tegen je waarden in druist.

Ik kan bijvoorbeeld onwijs boos worden als mensen mij niet alleen vertellen wat ik moet doen, maar ook wanneer en hoe ik het moet doen. Autonomie en gelijkwaardigheid zijn voor mij namelijk belangrijke waarden, en deze commando’s doen daar afbreuk aan.

Ik word daarentegen onwijs blij als mensen volledig zelfstandig complexe problemen oplossen en trots vertellen over hoe ze dat hebben gedaan.

Als je zo’n emotionele trigger onderzoekt, helpt het om jezelf de vraag te stellen (of nog beter, iemand anders flink laten doorvragen): “wat vind ik hier zo belangrijk aan?” Met een open en nieuwsgierige houding naar je eigen waarden kun je deze vraag meerdere keren stellen over dezelfde situatie waarin die emotie getriggerd werd. Net zo lang tot je bij de kern gekomen bent.

Een tweede manier om je waardesysteem te onderzoeken, is door jezelf aan het eind van de dag de vraag te stellen: “wat heb ik vandaag gedaan dat de moeite waard was?”. Let wel, de vraag is niet “wat voelde er goed?”, of “wat heb ik goed gedaan?”. Wanneer je jezelf de vraag stelt “wat heb ik vandaag gedaan dat de moeite waard was?”, zal je zien dat dit soms op de grens van ongemak zit. Dat is goed: hier komen je waardesysteem en wat je nog kunt leren, bij elkaar. Als je voelt: “ik vond dit heel spannend én heel leuk”, zit je vaak behoorlijk goed.

De zelf en feedback geven

Je moet weten wie je zelf bent, wat je waardesysteem is en welke strengths je hebt, als je effectief met anderen wilt kunnen samenwerken. Het is tenslotte lastig om je collega’s echt te zien als je jezelf weigert te zien. Je collega’s ‘niet zien’ kan leiden tot frustratie, ruzie, boosheid en energiekostende gesprekken.

“Sawubona”, zo zeg je in Zulu “Hallo” tegen elkaar. Letterlijk vertaald betekent het woord veel meer: “Ik zie jou, en door jou te zien, besta jij.”

Charles Darwin zei dat je moet luisteren naar wat een emotie je vertelt zodat je in sync kunt zijn met jezelf, om vervolgens te kunnen luisteren naar de emotie van een ander zodat je effectief kunt reageren.

Om zelf te kunnen groeien, zijn veel mensen op zoek naar feedback van hun omgeving, maar er is uiteindelijk maar één persoon die je echt goed kent en die feedback kan geven op je volledige zelf. Nee, niet je eega: je bent het toch echt helemaal zelf. Een ander kan je helpen. Bijvoorbeeld door je een spiegel voor te houden om zaken te ontdekken waarvan je jezelf niet bewust bent, maar het is aan jou om dit verder te onderzoeken en hierin te groeien. Bovendien is het een meer dan waardevolle life skill om de signalen van je lichaam, emoties en gedachten te leren herkennen en ernaar te leren luisteren. Dat is de meest waardevolle feedback die je kunt krijgen.

Hoe beter je jezelf kent, hoe meer je van reactief naar verantwoordelijk kunt gaan in de acties en reacties. Want als je heel eerlijk kijkt naar feedback die je wilt geven aan bijvoorbeeld een collega, dan zegt dit vaak meer over jezelf en jouw verwachtingen dan over de ander. Wanneer je je collega’s écht ziet (en jezelf kent) kun je betere feedback geven: feedback die gaat over de ander. Neem dat maar eens mee in feedbackgesprekken. Een volgend hoofdstuk van dit boek gaat over feedback.

Zelfreflectie

Wanneer je weet wat je strengths zijn en hoe je waardesysteem in elkaar zit, is het goed om regelmatig te reflecteren op je eigen handelen. Dit is een hele goede manier om te leren en te groeien. Een vaste routine en een vast systeem helpen daarbij.

Dagstart

Ik begin mijn dag met een dagstart:

  • Wat staat er in mijn agenda?
  • Wat staat er op mijn to-do-lijst?
  • Aan welk project wil ik vandaag werken?

Deze zaken bepalen mijn dagindeling.

Dagstop

Aan het einde van de dag reflecteer ik op die zaken:

  • Welke dingen heb ik vandaag gedaan?
  • Hoelang ben ik ermee bezig geweest?
  • En daarna: waar kreeg ik energie van en waarvan NIET?

Dit kun je uitbreiden met een wekelijkse evaluatie en een maandelijkse evaluatie. Evaluaties geven je:

  • Meer focus
  • Meer doelbewustheid doordat je vaker met de juiste zaken bezig bent (of niet, dan moet je daar iets aan doen!)
  • Rust en overzicht
  • Een goed gevoel over de dag
  • Stimulans om zaken die je niet leuk vindt, niet meer te doen

Stoppen met zaken die je niet leuk vindt

Die evaluaties zijn vooral bedoeld om meer te gaan doen met de dingen die energie geven en te stoppen met de dingen die geen energie geven. Voor de zaken die je niet leuk vindt zijn er een aantal opties:

  1. Je kunt er gewoon mee stoppen
    Het zal je verbazen hoeveel vergaderingen je over kunt slaan zonder echt gemist te worden. 😉
  2. Je kunt ze overdragen
    Er zijn verrassend veel zaken die andere mensen onwijs leuk vinden om te doen en graag van je overnemen. Vraag ze om hulp!
  3. Je kunt het uitbesteden
    Soms kun je er ook voor betalen om het niet te hoeven doen. Hulp in de huishouding en hulp in de tuin zijn hier voorbeelden van. De boekhouding is voor de ondernemers onder ons een andere veelgehoorde uitbesteedde klus.
  4. Je kunt ze rouleren
    Soms zijn er zaken waar je niet onderuit komt en die niemand leuk vindt. In zo’n geval is gedeelde smart halve smart: om de beurt die taak doen, is een prima optie.

Zelfcompassie

Als we naar onszelf gaan kijken, zullen we ook zien hoe onwijs streng we voor onszelf zijn. Zeker als we fouten maken.

Over fouten in de werksituatie zeg ik altijd: “fouten maken mag”. Hier is de laatste jaren wel wat bijgekomen. Deel twee is namelijk: “en sorry zeggen moet”. Verontschuldigen helpt relaties te herstellen. Het geeft weer ruimte voor een gesprek en zorgt ervoor dat we ons weer op ons gemak voelen bij elkaar. Met een oprechte verontschuldiging laat je mensen weten dat je niet trots bent op wat je hebt gedaan én dat je zult proberen het gedrag niet te herhalen.

Dit geldt niet alleen voor anderen, maar ook (heel erg) voor jezelf. Dus als het gaat over jezelf dan mag je blijven herhalen:

  1. Je mag fouten maken
  2. Je mag je bewust zijn van het feit dat je het anders had moeten doen
  3. Je mag sorry zeggen tegen jezelf
  4. En vooral: jezelf vergeven moet. Iets wat een blijvende worsteling kan zijn

Nu we onszelf beter kennen, kunnen we de volgende stap maken: een betere versie van onszelf worden. Dat kan door bewust bezig te gaan met ontwikkeling en training en met een feedbackcultuur om samen met je collega’s te groeien.

Vorige hoofdstuk Volgende hoofdstuk